Samen sterker in taal
“Zeg Jolien, wat doen jullie eigenlijk bij MZ4 voor Nederlands?”
Die vraag hoor ik steeds vaker. Mijn eerste reactie is vaak: “Ach, nog niet zoveel.” Maar dat doet geen recht aan wat we het afgelopen schooljaar (2024/2025) hebben opgebouwd. Wat begon als een persoonlijk initiatief, groeide uit tot een gezamenlijke inzet voor beter taalonderwijs. Geen groot project, maar juist kleine, concrete stappen die echt verschil (gaan) maken. In de tekst hieronder deel ik wat we tot nu toe hebben gedaan, en waar we nog volop mee bezig zijn. Hopelijk inspireert het je om zelf na te denken over taalonderwijs binnen jouw opleiding.
Stap 1: Van inzicht naar visie
Door mijn opleiding ben ik me gaan verdiepen in taalontwikkeling. Boeken als Rijke taal (v)mbo, Handboek taalgericht vakonderwijs en Scaffolding Language, Scaffolding Learning boden waardevolle inzichten en riepen tegelijk vragen op: Doen we eigenlijk het juiste als het om taal gaat? En wat ís dat dan precies? Al snel bleek dat dit geen vragen voor mij alleen waren, maar voor het hele team. Door mijn inzichten te delen, ontstond er tijdens teamochtenden ruimte voor gesprek. Zo kwamen we tot een gezamenlijke visie op taal:
Visie MZ4
Het taalonderwijs binnen de opleiding Maatschappelijke Zorg 4 richt zich op het ontwikkelen van taalvaardigheden die aansluiten bij de beroepspraktijk, waardoor het onderwijs zowel betekenisvol als duurzaam is.
Er wordt gewerkt met een samenhangend, thematisch curriculum, waarin het lezen van rijke teksten en het schrijven van verzorgde teksten een belangrijk onderdeel is.
Taalonderwijs wordt geïntegreerd in beroepsgerichte vakken en modules, algemene vakken en Nederlands door alle docenten, zodat studenten hun taalvaardigheid in diverse contexten kunnen ontwikkelen en toepassen.
Stap 2: Analyse van ons taalonderwijs
Na het opstellen van onze visie ben ik het taalonderwijs binnen onze vakgroep Nederlands gaan analyseren. We bleken in veel klassen vooral gericht te zijn op examentraining, met weinig aandacht voor het lezen van aansprekende teksten en schrijfvaardigheid. Terwijl we juist willen toewerken naar betekenisvol taalonderwijs dat aansluit bij de beroepspraktijk. Samen concludeerden we dat onze lessen grondig moesten worden herzien, met behoud van (onderdelen uit) lessen die al goed aansluiten.
Stap 3: Analyse van het gehele curriculum
Na de analyse van ons taalonderwijs heb ik het volledige curriculum van de opleiding onderzocht en in kaart gebracht welke taalvaardigheden waar aan bod komen. Dit leverde waardevolle inzichten op: er zijn volop aanknopingspunten om Nederlands te verbinden met andere onderdelen van de opleiding. Zo is het voeren van gesprekken een terugkerend onderdeel in vrijwel alle leerjaren. Samen met collega’s selecteerden we thema’s die goed aansluiten bij de beroepsgerichte vakken. Voor leerjaar 2, het jaar dat we voor Nederlands als eerste willen herinrichten, kozen we vier samenhangende thema’s: Identiteit, Veerkracht, Over grenzen en Verbonden.
Stap 4: Betrekken van collega’s en studenten
Uit de curriculum-analyse kwamen diverse onderwerpen naar voren die binnen de opleiding aan bod komen. Omdat we lezen graag meer beroepsgericht willen maken, heb ik deze onderwerpen verwerkt in een enquête en aan studenten voorgelegd met de vraag: ‘Welke onderwerpen spreken jou aan?’ De resultaten daarvan zijn te zien in onderstaand diagram:

Naast de vraag naar interesses vroeg ik studenten en collega’s, via enquêtes en persoonlijke gesprekken, ook om boekentips. Dat leverde een lijst op met (beroepsgerichte) titels die we kunnen inzetten in ons toekomstige taalonderwijs. Wat dit proces waardevol maakte, is dat zowel studenten als collega’s graag willen meedenken. Ze hebben veel goede ideeën en geven input die de lessen betekenis vol kunnen maken.
Stap 5: Inventariseren van behoeften bij collega’s
Tijdens en na het opstellen van de visie heb ik geïnventariseerd wat collega’s al doen op het gebied van taalonderwijs en waar hun behoeften liggen. Zij deelden inzichten, zoals de wens voor duidelijke richtlijnen bij verslaglegging, handvatten voor het omgaan met Artificial Intelligence en praktische didactische strategieën om taal structureel terug te laten komen in alle lessen. Hoewel ik niet alles direct kan oppakken, zie ik het gezamenlijke gesprek over taal als onmisbaar. Het is een stap die in teams vaak wordt overgeslagen, maar juist daarin schuilt wat mij betreft veel kracht. Binnenkort wil ik samen met collega’s tijdens een teamochtend ’taalkaarten’ ontwikkelen, een soort taalbox die inzetbaar is in zowel beroepsgerichte als algemene lessen. Hoe we dat doen en wat het oplevert, deel ik later op deze website.
Stap 6: Zorgen voor zichtbaarheid
In de praktijk liep ik er regelmatig tegenaan dat onze bibliotheek ver weg ligt en ’s avonds, tijdens de lessen van onze BBL-studenten, gesloten is. Voor BOL-studenten is dat geen probleem, maar voor BBL-studenten belemmert het het lenen en lezen van boeken. Daarnaast willen we het lezen en taalonderwijs zichtbaarder maken binnen de opleiding. Daarom heb ik het management voorgesteld om een lokaal in te richten voor de generieke vakken (Nederlands, rekenen, burgerschap en Engels). Dat voorstel werd enthousiast ontvangen en er bleek zelfs budget te zijn voor een uitgebreide boekencollectie in dat lokaal. Op dit moment zijn we in gesprek over de inrichting. We hopen het lokaal vanaf september 2025 in gebruik te nemen. De zichtbaarheid van ons vak is zó belangrijk, en ik verwacht dat dit de toegankelijkheid en het enthousiasme voor (beroepsgerichte) boeken vergroot.
Stap 7: Samen blijven bouwen aan taalonderwijs
Met de bovenstaande stappen heb ik geprobeerd zo helder mogelijk antwoord te geven op de vraag: “Zeg Jolien, wat doen jullie eigenlijk bij MZ4 voor Nederlands?” Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat dit verhaal nog lang niet af is. Taalonderwijs is voortdurend in ontwikkeling en wat vandaag werkt, vraagt morgen misschien weer iets anders. Toch hoop ik dat deze pagina inspiratie biedt en uitnodigt tot actie.
Wil je ook aan de slag met taal binnen jouw team? Doe het vooral samen. Juist in het gesprek met collega’s ontstaat beweging.

Jolien de Kock-Visscher
Docent Nederlands en beheerder website
